Sinds gisteravond ben ik fan van professor Helen de Hoop, theoretisch taalkundige aan de universiteit van Nijmegen. Haar optreden in De Wereld Draait Door was weergaloos. Ze zuchtte en kreunde om de domheid van minister Plasterk.
De aanleiding was een column van de minister in NRC•Next, met als titel: Mooi of lelijk maakt niet uit, als taal maar correct is; Minder verandering van de taal is juist beter.
Ik ben geen taalkundige zoals De Hoop. Ik ben hoogstens taalfilosoof. Maar ik kreeg net als De Hoop al kromme tenen bij het lezen van de frase “als taal maar correct is.” Sinds de jaren zestig van de twintigste eeuw weten we namelijk dat er geen criterium is te geven voor correcte taal. Althans, niet in het geval van een natuurlijke taal, zoals Nederlands, Engels of Spaans. In formeel logische of programmeertalen spelen criteria voor grammaticale correctheid wel een zeer belangrijke rol. Maar voor natuurlijke talen bestaan dergelijke criteria niet. Filosofen hanteren daarom voor natuurlijke talen veel lossere criteria zoals:
Zolang de communicatie gladjes verloopt is het taalgebruik in orde
(W.V.O. Quine)
of
Zolang interpretaties mogelijk zijn die tot niet al te veel onzin leiden is het taalgebruik in orde
(D. Davidson).
Taal is een werktuig waarmee wij leven en communicatie vormgeven. Taal is daarom eerder te vergelijken met een hamer of een schroevendraaier, dan met logica of programmeertalen. Stelt u zich, met taal als tool in uw achterhoofd, eens voor dat er een groep mensen is die een nieuwe schroevendraaier ontwikkelt. Die schroevendraaier kan schroeven losdraaien die normaliter slechts kunnen worden uitgeboord. De schroevendraaier wint snel aan populariteit. Mensen gooien hun oude schroevendraaiers weg, en stappen over op het nieuwe model.
Maar dan komt er een minister, met een tamelijk groot ego, prime time op tv en deze minister stelt:
Ho ho, let even op het gezag. De Nederlandse tools worden beheerd door de Nederlandse Toolunie, waarvan ondergetekende voorzitter is. Die Unie bepaalt wat correcte Nederlandse schroevendraaiers zijn. En dit is geen correcte schroevendraaier.
Als zo’n minister naast je zit, kun je toch slechts zuchten en kreunen? Wat een flapdrol. Waar haalt hij de hoogmoed vandaan?! We kunnen afspraken maken over de kleuraanduidingen die we op schroevendraaiers zetten, zodat werktuigen snel worden herkend. Natuurlijk. Daar mag de minister ook best het laatste woord in hebben. Maar de minister kan toch niet bepalen wat goede werktuigen zijn, en wat niet? Zoiets blijkt uit de praktijk, en daarover vallen nu eenmaal geen afspraken te maken.
Helen de Hoop trachtte het minister Plasterk duidelijk te maken. Maar het drong niet tot hem door. Terwijl de boodschap toch zelfs voor een bèta alfamannetje te begrijpen moet zijn. Over spelling kunnen we afspraken maken, over taalgebruik niet. Spelling kan goed of fout zijn. Taalgebruik niet. Als een nieuwe taalconstructie werkt, als de communicatie gladjes verloopt, dan kan zelfs een minister niet zeggen dat het fout is. De Nederlandse Taalunie bepaalt hoe we moeten spellen, niet hoe we met taal mogen spelen. Maar Plasterk schrijft:
Gisteren schreef de neerlandicus Julius Althuisius in nrc•next: “Er is geen gezag in de taal. Taal ontwikkelt zich.” Dat tweede is wel waar, het eerste niet. Er is wél gezag. De Nederlandse Taal wordt beheerd door de Nederlandse Taalunie, waarvan ondergetekende voorzitter is. Die Unie bepaalt wat correct Nederlands is.
Nee, minister Plasterk, u mag bepalen wat correct gespeld is en wat niet, maar u kunt onmogelijk bepalen wat correct Nederlands is. Een slordige 21 miljoen mensen spreekt Nederlands. Voor deze mensen is taal het aller voornaamste dagelijkse werktuig. Deze mensen bepalen dus welke taalconstructies werken, en niet hun van de Taalunie.
De Hoop viel Plasterk voortdurend hoofdschuddend in de rede. Ze werd wanhopig van alle onzin die de minister uitkraamde. Maar het mocht niet baten. De minister snapte niets van de nieuwe schroevendraaier. En wat de Hoogste Minister niet begrijpt, mag door het volk niet worden gebruikt. Precies zoals in dictatoriaal China.