woensdag 24 maart 2010

Een vertoning van de ziel

Gisteren organiseerde de Groningse boekhandel Selexyz een avond met de schrijvers Bert Keizer en Coen Simon. De kaarten waren een week van tevoren al uitverkocht. Logisch, want Bert Keizer schrijft over de relatie tussen hersenen en ziel, en Coen Simon maakt ruimte voor diep menselijke ervaringen zonder deze wetenschappelijk te willen verklaren. Hersenen, ziel en mystiek, wat wil een mens nog meer op een lenteavond?
Het antwoord op deze laatste vraag is wat mij betreft eenvoudig. Ik wil graag een filosofisch verrassende inhoud. Keizer had deze avond helemaal niets interessants te vertellen. Simon kwam dicht bij een aantrekkelijk filosofisch standpunt, maar koerste uiteindelijk toch heel hard een andere kant op. De avond eindigde net zo leeg als ie begon.
De titel van het boek van Keizer doet al vermoeden dat we hier niet met een filosoof hebben te maken. Onverklaarbaar bewoond is een woordspeling die de preoccupatie van Keizer pijnlijk scherp weergeeft. De menselijke geest huist kennelijk in de hersenen. Alleen hoe, is onduidelijk. Keizer geeft vage beschrijvingen. De geest huist in de hersenen zoals de stemming in een feest of een gouden medaille in de benen van Sven Kramer (voordat hij de binnenbocht ingaat). “Anatomisch is de ziel niet in ons lichaam aanwezig. Maar hij zit er, onmiskenbaar. Neurochirurgen snijden in de ziel. Anatomische veranderingen die een neurochirurg met zijn ingreep teweeg brengt, hebben altijd gevolgen voor de ziel.”
Bijna trots verklaarde Keizer dat hij het platoonse wereldbeeld van zijn opvoeding heeft verlaten. “Er bestaat geen ziel naast het lichaam. De ziel zit in de hersenen.” En daar zit ‘m nu net de kneep. Keizer heeft het wereldbeeld van zijn jeugd niet verlaten. Nog steeds denkt hij namelijk dat de menselijke ziel iets is dat ergens moet zitten. Reïficatie, “verdinglijken,” noemen filosofen dit. De geest tot een ding maken dat gelokaliseerd kan worden. Natuurlijk, snijden in de hersenen heeft gevolgen voor onze ziel. Maar volgt daaruit dat de ziel in onze hersenen zit? Heeft snijden in het lichaam niet net zo hard gevolgen voor de ziel? En, wat zijn de gevolgen van een doorgesneden liefdesband? Kunt u kiezen tussen het verlies van uw spraakvermogen of de dood van uw kind? Wat brengt meer schade teweeg in uw ziel?
Dieptepunt bij Keizer was zijn uitspraak dat je geen pijn in je hersenen voelt omdat er geen hersenen zijn waar ze de pijnsignalen naar toe kunnen zenden. Alsof onze hersenen een wezentje (een homunculus platonii) vormen, dat bij binnenkomst van informatie uit de pijnbaan roept: “Auw!” Nee, Bert Keizer, snijden in de hersenen doet geen pijn, domweg omdat er in de hersenen geen pijnreceptoren zitten. Die zitten wel in je vinger, en daarom heb je daar wel pijn en in je hersenen niet. Hersenen spelen uiteraard wel een rol bij pijn, maar niet de rol van een toneel waarop zich een pijnlijk tafereel afspeelt.

Een vragenstelster aan het eind van de avond vroeg zich af hoe haar kleinkind van drie kon weten dat een man op een foto in een ongeluk was omgekomen, terwijl de kleine deze man absoluut niet kende. Keizer keek naar Simon. Simon keek meewarig glimlachend terug. Simon stamelde daarop iets onaardigs, maar herpakte zichzelf: “Op het moment dat u zoiets wetenschappelijk probeert te verklaren verdwijnen de schoonheid en betekenis van die ervaring.” Als Simon daar was opgehouden had hij een respectabel standpunt gehad. Sommige ervaringen vragen om een wetenschappelijke verklaring, andere ervaringen spelen een rol in ons leven zonder dat we ons zorgen maken om waarheid of wetenschappelijkheid.
Maar Simon wilde meer. Hij wilde mystieke ervaringen van een kentheoretische basis voorzien, en dus trok hij een brillentheorie uit de kast. “De wereld verschijnt ons in een voorstelling. De wetenschappelijke voorstelling verschijnt als we een wetenschappelijke bril op hebben. Geloof is een andere bril. Het ene moment kijk je door de ene bril, het andere moment door een andere bril.” De bril bepaalt hoe je blik op de werkelijkheid eruit ziet. Wat bedoelt Simon precies met zo’n uitspraak? Ziet hij, net als Keizer, de geest als een toneel waar voorstellingen op verschijnen, met die verfijning dat het genre van de voorstelling wordt bepaald door een regisseur achter de schermen? En door welke bril moet ik kijken om mijn bril op de werkelijkheid te zien?
De wereld verschijnt niet in onze geest. De wereld zit buiten ons lichaam en door in die wereld te leven en bewegen kennen wij die wereld. Daardoor weten we dat kinderen van drie soms toevalligerwijs zeer filosofische uitspraken doen. Daardoor weten we dat een ziel geen ding is dat los van ons lichaam kan bestaan. Daardoor weten we dat de levensveranderende kracht van sommige ervaringen door een wetenschappelijke verklaring om zeep kan worden geholpen. Al die kennis ontstaat doordat we in de wereld leven, en de wereld beleven. Door te snijden in de innige band die ons met de wereld verbindt, snijden Keizer en Simon dieper in de ziel dan welke neurochirurg ook. Hun patiënt zal met een lege blik achterblijven.


De aflevering van Boeken hieronder geeft een goed overzicht van de denkbeelden van Bert Keizer:

Get Microsoft Silverlight

zondag 21 maart 2010

The System van Derren Brown

Het is niet aan mij om zijn capaciteiten als goochelaar te beoordelen, maar ik weet zeker dat Derren Brown een groot filosoof is. In The System legt hij uit waarom mensen denken dat homeopathie werkt, waarom ze menen dat het steeds onveiliger wordt op straat, waarom ze zo graag naar Blik op de weg kijken, waarom ze angstvallig hun lot in handen van de Postcodeloterij leggen, en waarom de moord op Milly Boele ons land in de greep hield. The System laat de kracht zien van televisiejournalisten die naarstig tientallen miljoenen onbeduidende levens doorpluizen. Derren Brown is in The System minstens zo goed als Pierre Bourdieu in Over televisie.

Kijk voor verder te lezen eerst The System (als u tenminste de clou niet van mij wilt horen):


The System staat voor de structuur waaraan ons denken door televisie onderworpen wordt. Het basisidee is doodeenvoudig. Als een gebeurtenis uiterst onwaarschijnlijk is, maar niet onmogelijk, dan zal deze gebeurtenis zich met een grote waarschijnlijkheid voordoen als de groep waarin de gebeurtenis kan plaatsvinden maar omvangrijk genoeg is. Wat is de kans dat je 20 keer achter elkaar kop gooit met een eerlijke munt? Die kans is klein, zo’n 1 op een miljoen. Maar toch, als alle Nederlanders het zouden proberen, zouden ongeveer 15 mensen 20 keer achter elkaar kop gooien. Twintig keer achter elkaar kop! Hoe doen ze dat?
Het punt van Derren Brown is dat ze dat helemaal niet doen. Vanuit hun eigen beperkte perspectief kan het lijken alsof ze het doen, maar ze doen niets. The System pikt ze eruit, zet ze in het zonnetje, en geeft ze het gevoel dat ze iets speciaals kunnen, maar het tegendeel is waar. Het is hun domweg overkomen. Toeval bestaat, en televisie kan met behulp van toeval van onbeduidende mensen interessante figuren maken. Op dezelfde wijze kan televisie van onnozele gebeurtenissen aangelegenheden van nationaal belang maken. Alles volgens een simpel recept: film miljoenen uren en tienduizenden mensen, zend vervolgens slechts een miniem deel ervan uit, en wat de kijkers zullen zien is op zijn minst opmerkelijk en in het beste geval wereldschokkend. Enkele voorbeelden:

Het programma Blik op de weg verschilt in helemaal niets van The System. Het programma geeft kijkers het idee dat er veel misgaat op de Nederlandse wegen, dat het rijgedrag steeds asocialer wordt. Wat er niet wordt bij verteld is dat de filmploegen maandenlang met surveillancewagens meerijden teneinde enkele minuten interessante televisie bij elkaar te sprokkelen. Daardoor vertekent Blik op de weg de werkelijkheid op net zo groteske wijze als The System. En de politie werkt er graag aan mee, want is er een beter argument voor meer blauw op straat?
De Postcodeloterijshow is eveneens gebaseerd op The System. De kans om iets substantieels te winnen in deze loterij is net zo groot als de kans op het gooien van 20 keer kop achter elkaar. Maar breng de winnaars uitgebreid in beeld, en mensen denken dat er iets speciaals aan de hand is. Iets dat in principe iedereen kan overkomen. Neen, mijn waarde lezer, de ongemakkelijke waarheid is dat niemand ooit de hoofdprijs in een loterij wint. Een loterij kent slechts verliezers. En u bent er één van.
Zijn Nederlandse moslims aan het radicaliseren? Volgens The System wel. Ik heb er geen onderzoek naar gedaan, maar ik denk dat ten hoogste 1 op de tienduizend moslims zo’n gruwelijke hekel heeft aan Nederland en Nederlanders dat hij of zij radicaliseert. Breng die honderd potentieel terroristische moslims prominent in beeld, en we hebben in Nederland een serieus probleem waarvoor alleen de PVV een oplossing heeft. Televisie vernauwt de blik van stemmers, en vormt ons steenrijke, doodsaaie, veilige landje om tot een broedplaats van geweld en terrorisme op de rand van de financiële afgrond. The System is de basis voor een televisiecratie.
Wat Milly Boele overkwam is het vreselijkste wat een kind kan overkomen, en de ergste nachtmerrie voor een ouder. De kans dat het een van mijn kinderen overkomt is echter klein, zelfs kleiner dan dat ze twintig keer achter elkaar munt gooien in een toss. Deze vorm van het Kwaad is dus nagenoeg afwezig in ons land, of zelfs in de wereld. Maar als tientallen televisieploegen bovenop deze hoogst onwaarschijnlijke gebeurtenis duiken, en er honderden uren zendtijd mee vullen, voelt het alsof dit iedereen kan overkomen. Dat is The System.
Hulde aan Derren Brown.

Over televisie ; In de greep van de journalistiek

zaterdag 6 maart 2010

De kunst van het chatten


Soms is het boek beter dan de film. Volgens sommigen is het boek zelfs altijd beter dan de film. Althans, als het een verfilming van een boek betreft. In het omgekeerde geval, een boek naar aanleiding van een film, valt het boek vaker tegen.
Is het erg dat sommigen het boek beter vinden dan de film? Volgens mij niet. Ik zou geen argumenten kunnen verzinnen op grond waarvan een film altijd boven het boek verkozen moet worden. Een goed voorbeeld, maar er zijn honderden andere voorbeelden, vind ik The Golden Compass van Philip Pullman. Het boek is prachtig. Ik beveel het groot en klein aan. De spanning in het boek is zowel expliciet als impliciet. Op de achtergrond spelen raadselen van natuurkundige, filosofische en theologische aard. De raadselen sijpelen door in de gebeurtenissen en de levens van de personages uit het boek. Pullman is een intelligent schrijver, en zijn boek opent een venster op de duistere rol van de kerk, parallelle universums en erfzonde. Schitterend.

De film viel ontzettend tegen. Toegegeven, de beelden waren mooi, mooier dan ik ze me bij het lezen van het boek had voorgesteld. Maar alhoewel ik al tijdens het lezen van het boek een hoofdrol zag weggelegd voor Nicole Kidman, en dus ook blij verrast was toen zij in de cast verscheen, kon de film wat mij betreft toch in geen enkel opzicht tippen aan de schoonheid van het barokke netwerk van thema’s en de onderhuidse spanningen van het boek.

Natuurlijk hoeft de film niet alle aspecten van het boek te weerspiegelen. Een film is een andere kunstvorm dan een boek. Er zijn prachtige films, er zijn prachtige boeken, en er zijn zelfs prachtige verfilmingen van boeken. Het staat iedereen vrij boeken te verkiezen boven films, of omgekeerd. Maar het snijdt geen hout om films een hogere status toe te kennen dan boeken, omdat ze echte beelden bevatten of omdat de acteurs niet slechts de tekst opzeggen, maar ook intonatie en lichaamstaal laten zien. Noch is het zinvol om boeken a priori hoger aan te slaan dan films, omdat ze ruimte laten voor de verbeelding of beter aansluiten bij genuanceerde gevoelens. Films en boeken bestaan vreedzaam naast elkaar, en in de beste geesten vullen ze elkaar aan.
Afgelopen dinsdag sprak ik in Philos, het filosofisch café van Groningen. Na afloop van de lezing kwam een vraag, of eerder een opmerking, die ik vaker krijg als blijkt dat ik een liefhebber ben van nieuwe media en techniek: “Vindt u niet dat in chat veel verloren gaat? Lichaamstaal bijvoorbeeld. Maar ook gezichtsuitdrukkingen, geuren, en nog veel meer. Die zijn toch allemaal afwezig in chat?! Dus is chat een verarming van de communicatie…”
Mijn antwoord luidt dan dat chat iets anders is dan een gesprek waarin twee mensen lijfelijk tegenover elkaar zitten. Naar analogie van de verhouding tussen boeken en films, is een chat soms zelfs te prefereren boven een lijfelijk gesprek. De vragenstellers zijn echter zo overtuigd van de armoede van chat, dat een dergelijk antwoord weinig indruk op ze zal maken. Ze zijn als filmdevoten die vinden dat een boek slechts tweedimensionaal is, en echte menselijke aspecten achterwege laat.

Het probleem is dat chatsceptici chats langs de meetlat van gesprekken leggen. Scherper geformuleerd, ze vragen zich af of chats alle aspecten van gesprekken weerspiegelen. Maar een chat is geen verzwakte versie van een gesprek. Een chat is een andere communicatievorm dan een gesprek. Tijdens een chat gebeuren andere dingen dan tijdens een gesprek. Daarom moeten mensen ook leren chatten. Zo vraagt het gebruik van emoticons behoorlijk wat oefening. Ook het ritme van een chat, de lengte van zinnen en de afwisseling van sprekers, is anders dan in een gesprek. Humor en ironie vragen in een chat om andere uitdrukkingswijzen. Kortom, de vaardigheden die men nodig heeft in een gesprek, zijn niet afdoende om te kunnen chatten. Chat is minder dan een gesprek (uiterlijk doet er niet toe, en de ander zal niet ruiken of je gewassen bent), maar chat is ook meer dan een gesprek. Om dezelfde redenen als waarom film geen verarming is van literatuur, verarmt chat de communicatie niet. Chat verrijkt de kunst van het communiceren.
Flexibele geesten genieten van boeken en films, en beheersen vele vormen van communicatie. Want het kan echt: verliefd worden op een persoon waarmee je chat, om vervolgens te ontdekken dat er in werkelijkheid geen normaal gesprek mee te voeren is.


Het gouden kompas