dinsdag 19 augustus 2008

Vrij voorspelbaar

Dit blog is een reactie op Degeneratie door Martin de Boer.

Stel, er is een God die precies weet wat wij zullen gaan doen en wat wij zullen gaan laten. Met andere woorden, stel er is een God die ons handelen met een oneindige zekerheid en nauwkeurigheid kan voorspellen. Zou een dergelijke God het einde van onze wilsvrijheid betekenen?
Nee, want voorspelbaarheid en wilsvrijheid zijn niet tegengesteld aan elkaar. Veel keuzen die mensen maken zijn voorspelbaar, maar worden daarmee niet onvrij. Als ik moet kiezen tussen roti kip of een patatje oorlog, kunnen mensen die mij een beetje kennen gemakkelijk voorspellen wat ik zal gaan kiezen, maar dat maakt mijn keuze niet onvrij. Het is een keuze, en een keuze vloeit voort uit persoonlijkheidskenmerken die redelijk stabiel zijn, dus voorspelbaarheid ligt voor de hand. Zelfs als er een Culinaire God zou zijn die al mijn keuzen op het gebied van gerechten gedurende mijn hele leven correct zou kunnen voorspellen, dan nog zou dat niets afdoen aan de vrijheid van mijn keuzen. Als ik de mogelijkheid heb, kies ik gerechten in overeenstemming met mijn smaak. Het zou zorgelijk worden als ik patatje oorlog zou gaan eten als er roti voorhanden is. Dat zou geen wilsvrijheid zijn maar een teken van geestelijke achteruitgang, of een uit de hand gelopen discussie over determinisme.
Kortom, het voorspellend vermogen van God maakt ons niet onvrij. Als we keuzes maken doen we dit op basis van een overwegingproces. Dat proces is voor anderen te overzien, en dus te voorspellen. Gelukkig maar, anders was iedereen steeds stom verbaasd over onze keuzes. Een God die alles kan voorspellen is gewoon een hele goede psycholoog, of een neuroloog met een oneindig goede scan en een perfecte theorie.
Irrationaliteit of grilligheid beperken de vrije wil, niet voorspelbaarheid. Dat is geen ramp, lijkt mij. Liever een voorspelbare zondaar, dan een onvoorspelbare, want een voorspelbare zondaar heeft waarschijnlijk een goede grond voor zijn zonde, en anders wellicht een rationele toegang tot de aanleiding.
Echter, God kan ons niet slechts voorspellen, hij heeft ons en de hele reutemeteut ook geschapen. Is hij daarom niet verantwoordelijk voor onze zonden? Ja, natuurlijk. Hij is als bewuste Schepper de oorzaak van onze zonden, dus verantwoordelijk. Als Hij zou worden beoordeeld door een nog HOGERE AUTORITEIT dan zou hij schuldig bevonden kunnen worden. Maar wat zou dat? Of ik als wezen nu een gevolg ben van de Big Bang en natuurwetten of van God die met voorbedachte rade een zondige ziel in mijn lijf heeft geplaatst, maakt voor mij toch niets uit? Als ik bewust een, gemeten volgens Goddelijke Normen, zonde bega, dan kan dat een indirect gevolg zijn van de Big Bang of de Geest van God. In beide gevallen ben ik voor mijn daden verantwoordelijk, en kan ik mij niet verschuilen achter een of andere vorm van een Ich habe es nicht gewusst of een Sorry, just following orders.
De vraag is niet of er echte, metafysische, wilsvrijheid is. De vraag is of de handelingen die iemand uitvoert overeenstemmen met wat die persoon wil op grond van persoonlijkheid, uitgangspunten en overwegingen. God zou echt wreed zijn als ik steeds dingen zou doen die tegen mijn wil ingaan. Ik wil vloeken en God steekt er een stokje voor. Ik wil iemand een hart onder de riem steken bij haar beslissing tot euthanasie, en God legt mij veroordelende woorden in de mond. Ik wil mijn kinderen uitleggen hoe wonderschoon de evolutietheorie in elkaar zit, en een door God geënsceneerde kwantumsprong laat mijn stembanden een lofrede op Intelligent Design uitbraken. Kijk, dat zou pas wreed zijn.
Gelukkig handel ik over het algemeen in overeenstemming met mijn wil. En als dat niet gebeurt, dan kan ik later op die handelingen terugkomen om de zaken alsnog recht te zetten. Daarom maak ik me geen zorgen over de vraag of die wil vrij is. Door God geschapen of door natuurwetten bepaald, het is mijn wil. Gods alwetendheid en almacht botsen niet met mijn vrije wil, en ook niet met mijn verantwoordelijkheid voor mijn gedachten, woorden en daden. Niet zolang ik mijn wilsbesluiten enigszins consequent in de daarbij behorende daden kan omzetten. Het probleem is niet gelegen in metafysische wilsvrijheid, maar in de vraag in hoeverre God mij belet dat te doen waartoe ik na overweging besloten heb.
Voor zover ik kan nagaan, doet Hij dat niet. Of dat Hem tot een Goede God maakt of tot een Niet-Bestaande, kan ik per definitie niet overzien, en is dus niet iets om mij zorgen over te maken. Gods Almacht, Algoedheid en Alwetendheid degenereren mijn wil niet. Daarin is mijn vrijheid gelegen, en daarmee staan de wegen tot een door mij verkozen leven vol genot en geluksmomenten wagenwijd open.

Zie ook mijn Vrije Wil Binnenste Buiten, in
Lichaam en Geest, Jeroen Bartels e.a. (red.), Damon, 2006.

donderdag 14 augustus 2008

Metafysica Rothkowitzica

“Mijn ogen doen heel anders bij kleuren. Ik ga binnenkort naar de tentoonstelling van Rothko in Hamburg en laat me overweldigen door zijn gebruik van kleur. Nooit zou iemand uit Spanje zo kunnen schilderen, denk ik.”
Anonieme reactie op het vorige blog, Metafysica Hispánica.

“I realize that historically the function of painting large pictures is painting something very grandiose and pompous. The reason I paint them, however . . . is precisely because I want to be very intimate and human. To paint a small picture is to place yourself outside your experience, to look upon an experience as a stereopticon view or with a reducing glass. However you paint the larger picture, you are in it. It isn’t something you command!”
Mark Rothko

“[Ik] keek vol genot om mij heen. Wat ik ervoer was een zee van licht en kleuren. Daarin vermoedde ik gebouwen, appartementen, ingerichte kamers, stenen, mensen en weet ik wat al niet meer. Maar ik ervoer kleuren.”
Uit het vorige blog, Metafysica Hispánica





“Wat Locke dus een secundaire kwaliteit noemde, komt als een van de eerste zaken bij mij binnen. Waarom dan een secundaire kwaliteit?”
Uit het vorige blog, Metafysica Hispánica

"…the fact that one usually begins with drawing is already academic. We start with color."
Mark Rothko

maandag 11 augustus 2008

Metafysica Hispánica

Dankzij John Lockes (1632-1704) onderscheid tussen primaire en secundaire kwaliteiten zijn kleuren op de tweede plek beland van het ontologisch ereschavot. Nu zijn frasen als “ontologie” en “primaire en secundaire kwaliteiten” van die verrukkelijk hoogdravende filosofische termen die ons heel veel denkwerk opleveren, met heel veel letters tot gevolg, maar die bij nadere bestudering weinig om het lijf blijken te hebben. Toch heeft het onderscheid van Locke zijn weg gevonden naar het gezonde verstand. Het is dan ook een aantrekkelijk onderscheid: primaire kwaliteiten bestaan onafhankelijk van de waarnemer, secundaire kwaliteiten zijn waarnemer afhankelijk. Als voorbeelden van primaire kwaliteiten noemde Locke vorm, grootte, aantal, inhoud en dichtheid. Secundaire kwaliteiten zijn kleur, smaak, reuk en geluid. Het onderscheid valt zo mooi samen met het onderscheid tussen objectief en subjectief. Over smaak valt te twisten, maar over aantal niet. Als de mensheid zou uitsterven zouden de overblijvende objecten op de aarde nog steeds een vorm, grootte, aantal, inhoud en dichtheid bezitten. Maar zonder mensen zijn er geen vruchten die zoet smaken, stegen die stinken, rode zonsondergangen, of krakende geluiden van een zoldertrap. Natuurlijk zijn er zonder de mensheid nog wel deeltjes, chemische reacties, trillingen en energie, maar deze worden niet langer waargenomen als kleur, smaak, reuk of geluid.
Althans, volgens Locke, want in Spanje bekroop mij weer het gevoel dat Locke er ook naast zou kunnen zitten. Laten we, om te zien waarom, eens beginnen bij de biologie, in plaats van bij de filosofische metafysica. Wij zijn biologische wezens met een uitgebreid waarnemingsapparaat. Dat waarnemingsapparaat stelt ons in staat bepaalde aspecten van de omgeving te detecteren, met name aspecten die voor ons overleven van belang zijn, zoals voedsel, soortgenoten en bedreigingen. Om dit te bewerkstelligen moet ons waarnemingsapparaat uit alle mogelijke aspecten van de omgeving die aspecten filteren die voor ons van belang zijn.
Dit laatste klinkt triviaal, maar is het niet. Sinds
Immanuel Kant (1724-1804) zijn hele scholen filosofen behept met het idee dat het menselijk waarnemingsapparaat niet zozeer de omgeving filtert, maar van de omgeving een beeld construeert. Op basis van de prikkeling van de zenuwuiteinden in de zintuigen construeert ons waarnemingsapparaat een beeld van de werkelijkheid. Dat is op zich geen gek idee. Iedere wetenschappelijke theorie komt op die wijze tot stand, net zoals economische modellen en de weerkaart. Theorieën en modellen geven inderdaad een beeld van de werkelijkheid dat door mensen is geconstrueerd. Maar geldt hetzelfde voor waarnemingen, geldt hetzelfde voor alle waarnemingen?
De technische details van deze discussie sla ik nu even over, sterker nog, ik sla de hele discussie over, om onmiddellijk naar de conclusie te gaan. Het waarnemingsapparaat kan ook worden beschouwd als een filter dat bepaalde aspecten van de werkelijkheid doorlaat en andere niet. Neem ons oog, neem mijn niet-kleurenblinde oog. Mijn oog filtert uit alle mogelijke aspecten van de omgeving licht en kleuren in een veelheid van schakeringen. Mijn oog doet niets met geluidsgolven, of met chemische componenten van de lucht, of het zuurstofgehalte, of de sterkte van het zwaartekrachtveld. Mijn oog laat slechts licht en kleur door. Mijn oog is een licht- en kleurenfilter.
Iedere ochtend nadat ik bij de bakker in Barreda was geweest, keek ik vol genot om mij heen. Wat ik ervoer was een zee van licht en kleuren. Daarin vermoedde ik gebouwen, appartementen, ingerichte kamers, stenen, mensen en weet ik wat al niet meer. Maar ik ervoer kleuren.

Wat Locke dus een secundaire kwaliteit noemde, komt als een van de eerste zaken bij mij binnen. Waarom dan een secundaire kwaliteit? Omdat een kleurenblinde ook alle waarnemingen kan doen die voor natuurkunde van belang zijn? Omdat natuurkunde ook uitgelegd kan worden op een zwart-wit televisie? Dat mag allebei waar zijn, maar dat wil niet zeggen dat kleuren niet onafhankelijk van mensen bestaan. Het wil slechts zeggen dat het natuurkundefilter geen kleur doorlaat (en dus kleur moet uitlegen in termen van trillingen en deeltjes).
Als Locke in Spanje had gewoond, en niet in het grauwe Engeland en Nederland, dan hadden we nu wellicht materie uitgelegd aan de hand van kleur, en ons afgevraagd wie zich nog over vorm, grootte, aantal, inhoud en dichtheid zou verwonderen als de mensheid zou zijn uitgestorven.
Gelukkig is het maar metafysica.

vrijdag 8 augustus 2008

De overbluffende trap


“Quantum” is een meme. En daarmee bedoel ik dat het woord “quantum” een meme is en niet dat de idee quantum een meme is. Memen, net zoals genen, vermenigvuldigen en verspreiden zich volgens evolutionaire wetmatigheden. Memen worden gekopieerd, de kopieën verspreiden zich, een enkele keer wijken een of meer kopieën iets van het origineel af, op de kopieën vindt een selectie plaats en de geselecteerde memen vormen het begin van de volgende generatie memen. Het woord “quantum” is een prachtig voorbeeld van een evoluerend meme.
Laten we ons niet druk maken over de exacte betekenis van “quantum”. Of, laten we ons er wel druk over maken en vaststellen dat we niet weten van de betekenis van “quantum” is. Wat betekent dit woord op een pak Calgonit? “Quantum. Uniek 3 compartimenten technologie” staat er. Heeft dit iets met elementaire deeltjesfysica te maken? Wordt mijn vaat gewassen op basis van de onzekerheidsrelatie van Heisenberg? Als ik de deur van mijn vaatwasser dichtdoe is dan de toestand van de vuile borden onbepaald totdat ik de klep weer opendoe? Is er ergens op aarde een andere vaatwasser waarvan de toestand verweven is met de toestand van mijn vaatwasser? Ik vrees dat Calgonit niets van dat alles wil aangeven met het woord “quantum”.
“Quantum” heeft niets met quantummechanica te maken. Natuurlijk “quantum” is een meme dat ontstaan is in de twintigste eeuw rond de quantummechanica. En, om het maar even duidelijk te zeggen, de begrippen quantum en quantummechanica hebben wel degelijk een welomschreven betekenis, net zoals een hele reeks andere begrippen die met de opkomst van de quantummechanica zijn ontstaan (zoals onzekerheidsrelatie, quantumtoestand, virtuele deeltjes, actie op afstand en tunneleffect). Deze begrippen vormen in een onderling verband een geverifieerde wetenschappelijke theorie die op een succesvolle wijze het gedrag van subatomaire deeltjes beschrijft. Maar, deze theorie heeft slechts zijdelings iets met het woord “quantum” op het pak Calgonit te maken.
“Quantum” is namelijk een meme. En memen maken zich niet druk om hun betekenis. Memen willen vermenigvuldigd en verspreid worden, ten koste van andere memen. Tien jaar geleden had er wellicht “vernieuwd” gestaan. Maar het “vernieuwd”-meme heeft een paar jaar geleden plaats gemaakt voor het “power”-meme. Concurrent Sun zit wat dat betreft nog in de vorige fase:

De sporen van die fase zijn ook nog terug te vinden op een pak Calgonit, maar zullen, naar ik aanneem, snel verdwijnen:

Dit “power”-meme gaat plaatsmaken voor het “quantum”-meme (q-meme). Dat heeft, wederom, niets te maken met de betekenis van de woorden “power” of “quantum”, en ook niets met de betekenis van “vernieuwd”.
Het q-meme verspreidt zich met duizelingwekkende snelheid. Daarvoor maakt het q-meme gebruik van ons gedrag en onze hersenen. Wat er precies in onze hersenen gebeurt zal het q-meme een zorg zijn, zolang het q-meme maar wordt gekopieerd. Denkt u dat als we honderd mensen in een supermarkt vragen wat “quantum” betekent, dat we dan één en hetzelfde welluidende antwoord krijgen? Natuurlijk niet. Memen zitten namelijk niet in ons hoofd. Memen gebruiken ons hoofd als vermenigvuldigings-mechanisme, net zoals DNA celorganen gebruikt. En het q-meme weet vele breinen voor haar verspreiding te mobiliseren, ook breinen die nog nooit van Heisenberg hebben gehoord.
Het meest zinvolle dat we kunnen zeggen is dat “quantum” een term is die alle andere krachttermen overtroeft. Probeer het maar eens: Weet u wat fitness is, en Power Fitness? Google dan eens Quantum Fitness. Kent u yoga, en Power Yoga? Google dan eens Quantum Yoga. (Ik houd mij zeer aanbevolen voor meer voorbeelden van deze overbluffende trap: Fitness, Power Fitness, Quantum Fitness en Yoga, Power Yoga, Quantum Yoga.) Het q-meme zal dus verschijnen op plekken waar eerst het “power”-meme, het “vernieuwd”-meme, het “krachtig”-meme of het "verbeterd"-meme de dienst uitmaakten.
En dat niet alleen. Het q-meme heeft ook haar weg naar filosofische debatten gevonden. In de philosophy of mind duikt het zo nu en dan op om het meest krachtige aspect van de menselijke geest te verklaren, het bewustzijn. Quantum mind theorieën worden verdedigd door gerenommeerde schrijvers als Roger Penrose en David Chalmer. Toch is dit ook weer een voorbeeld van de overbluffende trap: Mind, Mind Power, Quantum Mind.

En ik vond zelfs deze hyperoverbluffende trap:

Dus, denken alle mensen die de q-meme verspreiden hetzelfde? Het antwoord op deze vraag is een ondubbelzinnig nee. Niels Bohr had andere gedachten bij het woord “quantum” dan Niels de Boer die een pak Calgonit koopt. En dit zijn de uitersten van een spectrum. Iedereen op dit spectrum verspreidt het q-meme, maar zonder enige interne overeenstemming. Q-memen zitten niet in het hoofd van hun verspreiders.
Nogmaals, dat hoeft ook niet. Een meme kan zich laten verspreiden zonder bij haar verspreiders een en hetzelfde effect te weeg te brengen. Sterker nog, memen die verschillende effecten sorteren bij hun verspreiders zullen succesvoller zijn dan memen die slechts één gelijkvormig effect teweeg brengen. Het q-meme dat Niels Bohr raakte zou, als dit meme slechts het Bohr-effect teweeg kon brengen, nooit door Niels de Boer verspreid worden. In evolutionaire termen, memen met een beperkt spectrum aan effecten zullen plaats maken voor breed-spectrum-memen. Wellicht is het q-meme dus zo succesvol omdat niemand, zelfs fysici niet, weet hoe de quantumtheorie precies moet worden geïnterpreteerd!
En juist dit onbepaalde q-meme dwingt mij ertoe dit blog te beëindigen met één bepaald element: de trailer van de nieuwe James Bondfilm.