dinsdag 29 december 2009

Artseneed is heiliger dan alle goden

Waarom houden huisartsen nog gewoon spreekuur? Waarom kan niet alles per telefoon of internet?
Het eerste waar we bij deze vraag aan denken is uiteraard het feit dat een huisarts om een goed oordeel te kunnen vellen, de tekenen van een kwaal zal moeten zien. Zij zal wat eenvoudige tests moeten uitvoeren, het lichaam van de patiënt moeten onderzoeken. Ze zal al haar zintuigen gebruiken om zich zo goed mogelijk te informeren over de toestand van de patiënt en zijn ziekte. Het hoort bij de eed die ze heeft afgelegd, en waarin ze heeft beloofd haar geneeskunst naar maximaal vermogen uit te oefenen.
Een verwant aspect dat bij bezoekjes aan, of visites van, een arts een rol speelt is communicatie. Want hoewel woorden een onmisbaar onderdeel vormen van communicatie, is het voor het toekennen van de juiste betekenis aan woorden noodzakelijk om iemands gezicht en lichaam te zien. Dat is in ieder geval de onbetwiste conclusie van filosofisch, neurologisch en psychologisch onderzoek uit de afgelopen twintig jaar. De interpretatie van een telefoongesprek is vele malen complexer dan de interpretatie van een gesprek in de spreekkamer. Een telefoongesprek interpreteren lukt eigenlijk alleen goed als er al een lange relatie tussen de mensen aan weerszijden van de lijn bestaat.
Dus uit hun eed volgt ook dat artsen, ten einde tot een correcte diagnose te komen, patiënten moeten bezoeken of bij zich moeten roepen. Dat is geen facultatieve mogelijkheid, maar een heilige plicht.
Daar staat uiteraard tegenover dat van patiënten een vergelijkbare inspanning mag worden verwacht. Bij het recht op een arts, hoort een plicht tot het optimaal informeren. Hoe kan een huisarts weten wat ik mankeer als ik informatie achterhoud? Of, wat hetzelfde is, hoe kan een huisarts zich informeren als ik weiger maximaal te communiceren?

Een arts die op een artsenpost werkt waar zij niet met alle patiënten een langdurige relatie heeft, waar de interpretatie van de woorden van een patiënt dus niet kan rusten op vele eerdere ervaringen, is verplicht communicatie te optimaliseren. Daar hoort bij dat mensen die om hulp komen vragen zich blootgeven. Het afdoen van een boerka is dan hun complementaire plicht. Dat mag een arts dus eisen, met een beroep op een eed die juist is bedoeld om alle geloven terzijde te leggen en het leven en welzijn van mensen voorop te stellen. Geloof wordt opgeschort als een arts aan het werk gaat. Geneeskunst staat ten dienste van de medemens en niet ten dienste van een god.
De arts die een boerkadragende moeder weigerde te woord te staan over haar zieke zoontje, maar die vader en zoontje wel wilde spreken, deed wat hij verplicht was te doen. Slechts aan het gezicht van een moeder is af te lezen wat haar woorden betekenen. De moeder kent haar communicatieplicht kennelijk niet en stapt naar het medisch tuchtcollege: “Ik kan gewoon niet geloven dat iemand mij weigert om mijn uiterlijke verschijning.” Maar het gaat in dit geval niet om uiterlijke verschijning. Integendeel, het gaat om de weigering uiterlijk te verschijnen.
Anders had de inbreng van moeder toch net zo goed telefonisch afgehandeld kunnen worden?

donderdag 24 december 2009

Apen & Wolven
















KERST 2009

Het boek is van Mark Rowlands: The Philosopher and the Wolf: Lessons from the Wild on Love, Death and Happiness. Het thema is zowel eenvoudig als complex. Eenvoudig omdat iedereen het onderscheid tussen een berekenend apenbrein en een innig met de wereld verbonden wolvenbrein kan begrijpen. Complex omdat de schoonheid en waarde van een wolvenbrein niet berekenend mag worden beschreven.
Vanuit een cognitief perspectief zijn we simpele wezens. We zoeken genot en vermijden pijn. De stoïcijnen, Epicureërs, hedendaagse hedonisten, en zelfs de boodschappers van het Hiernamaals verkondigen eensgezind de boodschap van het genot van de afwezigheid van pijn, nu of als het aardse leed is geleden. En natuurlijk hebben ze gelijk. Wie wil er nu geen leven zonder pijn of ongeluk? Wie wil er nu lijden? Wie wil er nu niet een fijn gezelschap, een fijn salaris, een fijn boek, fijn genieten van goed eten en een glas wijn, fijn vrij zijn van angst en woede? Moet mindfulness niet tot Happinez leiden? Wie geen pijn lijdt loopt toch niets waardevols mis in haar leven?
Utilisme is de ethische theorie die de inhoud van deze opvatting verwoordt. Handel zodanig dat de hoeveelheid genot in de wereld toeneemt. Is er een beter handelingsvoorschrift te bedenken? Ook het egoïsme, de basis voor het kapitalisme, is op deze leest geschoeid. Handel zodanig dat uw genot (of uw vermogen) toeneemt. Of het zombie-egoïsme: handel zo dat u na uw dood zult worden beloond. Volgens sommige evolutionisten is het zelfs de reden waarom we anderhalve kilo hersenen achter onze ogen hebben. Handel zodanig dat u al genietend de meeste achterkleinkinderen krijgt. Daarom verschaffen de zintuigen informatie op basis waarvan onze hersenen het meest gunstige handelingsalternatief berekenen. Als iedereen dat consequent doet, en zo nu en dan rekening houdt met een ander, zullen we allemaal gelukkig worden. Nu of anders na onze dood.
Maar hoe aanlokkelijk dit perspectief ook klinkt, hoe het ook moge kloppen voor de wereld, het kan niet de waarheid zijn over ons leven, zo schrijft Rowlands. Op onze beste momenten zijn we geen cognitieve, naar veiligheid of genot hunkerende apen. Op onze beste momenten rekenen we niet. Onze beste momenten zijn de momenten waarop we ons niet kunnen verzetten tegen een verschrikkelijk lot, de momenten waarop we lijden, de momenten waarop alle berekeningen terzijde worden geschoven omdat er geen hoop meer is.
We zijn op ons best als de vijfennegentig pond zware pitbull van het leven ons bij de strot heeft en tegen de grond drukt. En we zijn slechts puppies van drie maanden, zo gemakkelijk te verscheuren. We gaan pijn lijden, en we weten ‘t, en er is geen hoop. Maar we janken of jammeren niet. We vechten niet eens. In plaats daarvan stijgt uit de diepte van onze ziel een grommen op, een kalm en sonoor grommen dat onze kwetsbare leeftijd en existentiële breekbaarheid logenstraft. Dat grommen zegt: “F**k you!”
Kerst is het feest van de hoop, van de wederkeer van het licht. Althans, zo is mij in een niet geseculariseerde versie op zondagschool geleerd. Hoop voor mijn kinderen en dierbaren op een gelukkig leven, vol genotsmomenten en met een minimum aan pijn. Daarom vind ik Kerst een mooi feest. En daarom vind ik Serious Request het mooiste radioprogramma aller tijden. (Dit jaar staat het Glazen Huis zelfs bij mij om de hoek.)
Maar soms is er geen hoop meer. Soms moet je pijnlijk afscheid nemen van dat wat je dierbaar is, dat wat je ziel raakt, dat wat je ziel maakt. Soms houd je een hand vast waarvan je weet dat die nooit meer in de jouwe zal knijpen. Op die momenten weet dat het laatste uur heeft geslagen, dat je geen flintertje hoop meer zult krijgen. Op die momenten kun je slechts tegen de hemel huilen: “G*dv*r…!”
Hoop is de tweedehands autoverkoper van het menselijk bestaan: zo vriendelijk, zo geloofwaardig. Maar je mag er niet op bouwen. Het belangrijkste in je leven is wat er van je overblijft als je hoop op is. De tijd neemt ons uiteindelijk alles af. Alles wat we hebben vergaard, door talent, ijver en geluk, zal ons worden ontnomen. De tijd ontneemt ons onze kracht, onze verlangens, onze doelen, onze plannen, onze toekomst, ons geluk en zelfs onze hoop. Alles wat we kunnen hebben, alles wat we kunnen bezitten, de tijd zal het ons ontnemen. Maar wat de tijd ons nooit kan ontnemen is wie we waren op onze beste momenten.
Vanavond om acht uur ga ik de dj’s toejuichen als ze het Glazen Huis verlaten. Er is goede hoop dat we malaria ooit uitbannen als dodelijke ziekte. Er is goede hoop dat we een opwarmende aarde overleven. Er is goede hoop dat de armsten ooit zullen mee-eten van onze rijkdom. En het is Kerst, een tijd om stevig te omarmen wat je dierbaar is.


Nawoord
- De wolf op de foto naast Monkie van is Brennie. Henny Spoelder bracht Brennie mee. Waarschijnlijk omdat zij aanvoelde dat de aap moest worden aangevuld met een wolf aan zijn rechterzijde. Dank daarvoor.
- De citaten komen, zoals u al vermoedde, uit het boek van Rowlands. De Nederlandse vertaling van dit boek is zeer slecht. Woorden en nuances zijn niet vertaald, en een enkele keer staat in het Engelse origineel het tegengestelde van de vertaling. Bovenstaande citaten zijn daarom door mij hertaald. Leg dus bij voorkeur niet de Nederlandse vertaling van dit boek onder de kerstboom:

De filosoof en de wolf

Lees liever het origineel:

The Philosopher And The Wolf

zondag 20 december 2009

Homoseksualiteit natuurlijk


Waarom zou je het überhaupt met iemand van het andere geslacht doen?
Deze vraag klinkt creationisten vreemd in de oren, maar voor doorgewinterde evolutionisten is het een raadsel dat een weekend omsloten door sneeuw fijn kan opluisteren. In het scheppingsverhaal werden man en vrouw door God geschapen, waarbij impliciet wordt aangenomen dat ze strikt heteroseksueel werden geschapen. Creationisten hebben derhalve weinig om over na te denken. Maar voor ons evolutionisten is het leven aangenamer. Bij iedere eigenschap, geestelijk of fysiek, mogen wij ons brein loslaten op de vraag waarom die eigenschap er is. Dat geldt dus ook voor eigenschappen die we ‘normaal’ vinden. Kortom, heteroseksualiteit vraagt om een verklaring.
Zelfs Bas Haring heeft het er in zijn boekje Kaas en de evolutietheorie moeilijk mee. Althans, hij gaat er vanuit dat heteroseksualiteit zo voor de handliggend is dat het geen verklaring behoeft. Vervolgens gaat hij daarna omstandig aantonen dat homoseksualiteit niet onnatuurlijk is. Maar is heteroseksualiteit wel zo voor de handliggend? Natuurlijk moeten we ons voortplanten. Dus eens zullen vrouwen het zaad van mannen moeten ontvangen. Maar, daaruit volgt geenszins dat exclusieve heteroseksualiteit een goede evolutionaire strategie is.


Een van de meest gemaakte creationistische denkfouten is de vooronderstelling dat eigenschappen dan wel helemaal aan-, dan wel helemaal afwezig zijn. Dat geldt wellicht inderdaad voor het prototypische voorbeeld uit de biologieles, bruine en blauwe ogen, maar voor andere eigenschappen geldt het bijna nooit. Zo ook niet voor homo- en heteroseksualiteit. Darwin, zo weten wij evolutionisten, legde de nadruk op variatie, in plaats van op verschil. De bekken van vinken variëren, juist ook binnen een soort. Pauwenstaarten variëren. De spiermassa van gorilla-silverbacks varieert.


Seksuele voorkeur varieert, juist binnen de mensensoort. Mensen zijn niet óf homo, óf hetero, of wat dan ook. Seksuele voorkeuren variëren. Die variatie maakt evolutie mogelijk. Daarom zijn de seksuele gedragingen van chimpansees, bonobo’s en mensen zo verschillend, tussen de soorten én binnen de soort. Daarom vraagt overdreven heteroseksualiteit om een verklaring.
Laat ik een alternatief geven. Waarom leven vrouwen niet samen in groepen zonder mannen? Op die wijze kunnen ze elkaar ondersteunen en helpen bij het grootbrengen van hun kinderen, zodat deze een grotere kans hebben de gevaarlijke kindertijd te overleven. Daarnaast hebben de vrouwen zo geen last van de soms hoog oplopende agressie van mannen. De sociale banden tussen de vrouwen worden verstevigd door wederzijds vlooien en seks. Eens in de drie tot vijf jaar staat een vrouw een man toe haar te benaderen en bevruchten.
In dit scenario zouden mannen die te hard verlangen naar seks met een vrouw snel uitsterven. Eens in de zoveel tijd gericht energie investeren is meer dan genoeg. De mannen vormen ter bescherming eigen groepen, waarin ze tijdverdrijvende hobby’s zoals jagen, voetbal en filosofie kunnen praktiseren. Uiteraard verstevigen ook zij de sociale banden door vlooien en seks. (Iedereen die de Griekse filosofen kent zal dit scenario herkennen.)
Anders gezegd, homoseksualiteit is zo’n goed mechanisme om sociale banden te versterken en bestendigen dat de prangende vraag is waarom het in onze maatschappij zo nadrukkelijk afwezig is. (Zie bijvoorbeeld The Effiminate Sheep voor een uitwerking van deze gedachte.)


Een bijkomende overweging is de volgende. Stel dat mannen een natuurlijke hit-and-run neiging hebben: ze bevruchten een vrouw om zich vervolgens niet, of zo min mogelijk, met het grootbrengen van de kinderen te bemoeien. Ze moeten immers op jacht naar andere vrouwen. Als dat zo is, dan moeten vrouwen toch de voorkeur geven aan homoseksuele, zorgende mannen? Bij mannen die niet of nauwelijks in andere vrouwen zijn geïnteresseerd, en een zorgdrang voelen voor kinderen, is de kans immers veel kleiner dat ze het nest verlaten. En als vrouwen eenmaal een voorkeur hebben voor overwegend homoseksuele mannen dan slaat seksuele selectie toe, net zoals bij pauwenstaarten, en ontstaan er binnen een paar duizend jaar mannen die pronken met hun homoseksualiteit.* Gay pride.


Waarom zou Moeder Natuur een sterk motiverend mechanisme als seksualiteit alleen gebruiken voor bevruchting? Waarom is het niet talloze keren opnieuw gebruikt, zoals bij bonobo’s? Als seksualiteit sociale banden bestendigt en verstevigt, en als vrouwen logischerwijs een voorkeur hebben voor mannen die van zorgen houden en niet de neiging hebben het nest te verlaten, wat is er dan ooit gebeurd waardoor mensen zo’n sterke voorkeur menen te hebben voor heteroseksualiteit? Hebben ze dat wel? Waren de Grieken wel zulke rare jongens? Is de hele nadruk die creationisme, christendom en zelfs Bas Haring leggen op heteroseksualiteit wel zo natuurlijk?

zaterdag 19 december 2009

Langzaam denken

Over opiniemakers en intellectuelen

De toestand van onze samenleving kan niet beter worden gekarakteriseerd dan door het hemelsbrede verschil tussen opiniemakers en intellectuelen. Wat ooit een intellectueel vruchtbaar klimaat was, wordt nu geteisterd door de buien van opiniemakers. Of, om de klimatologische metafoor naar het regenwoud uit te breiden, de intellectuele longen van de Nederland worden in hoog tempo gekapt door mensen die slechts zijn geïnteresseerd in een snelle winst.
Ik ben fan van televisie. Ik omarm nieuwe media en technologie. Ik houd van de mogelijkheden om informatie razendsnel en met de hele wereld te delen. Ik geniet van de snelheid van computergames. Vol verwachting kijk ik uit naar de volgende resultaten van alle wonderen der techniek, van de Hubble telescoop via fMRI scans tot de Large Hadron Collider. Kortom, ik denk dat onze cultuur in deze tijd onovertroffen mogelijkheden biedt tot het vergaren van kennis en het beschouwend genieten van de wereld. Maar waarom gebeurt dat laatste dan niet? Hoe komt het dat de wereld nog steeds wordt geteisterd door een stortvloed van onzin? En, een nog prangendere vraag, hoe komt het dat zoveel mensen die onzin voor zoete koek aannemen?
Laat ik het antwoord direct geven, voordat de meeste lezers afhaken. Het komt doordat er een sterke voorkeur is voor snelle denkbeelden. Denkbeelden die gemakkelijk bekken, lekker klinken, en eenvoudig aansluiten bij wat er toch al werd gedacht, verdringen alles wat tijd nodig heeft om te bezinken. Een intellectueel oordeel vergt tijd. In eerste instantie moeten de directe emoties en rationaliserende intuïties worden onderdrukt en uitgesteld. Daarna moet alles eens rustig tegen het licht worden gehouden, en moet aanvullende informatie worden gezocht, gelezen en gegeven. Vervolgens probeer je concurrerende standpunten te onderbouwen totdat ze verdedigbaar voelen en emoties verschuiven. Pas dan neem je de stap naar een eigen, degelijk onderbouwd standpunt. En tot die tijd schort je je oordeel op.
Dit is een pleidooi voor langzaam denken. Dit is een pleidooi voor het antwoord “Ik weet nog niet precies wat ik hiervan moet denken…” als je wordt gevraagd om je mening. Dit is een pleidooi voor het lezen van dikke boeken, het bekijken van lange documentaires, en de wil om standpunten te doorgronden die je tot dusver niet had begrepen. Geef snelle oordelen de mogelijkheid om te worden beteugeld door denkbeelden die aanvankelijk onbevattelijk leken.
Drie voorbeelden van de terreur van opiniemakers:
- Nederland werd niet geteisterd door de Mexicaanse griep. Nederland werd geteisterd door een tsunami van irrationaliteit rond de Mexicaanse griep. In de Europese Unie kan een normale seizoensgriep tot wel 200.000 slachtoffers eisen. Een gemiddelde winterse griepepidemie Nederland doodt 250 tot 2.000 personen. Dus waarom waren we zo bang voor de Mexicaanse griep? Waarom zijn we zo bang voor inentingen?
De verklaring is te eenvoudig. Als Ab Osterhaus in veelbekeken televisieprogramma’s verkondigt dat er een potentieel dodelijk virus aankomt, dan reageert ons brein in eerste instantie op het woord “dodelijk” dat met een gezaghebbend gezicht wordt uitgesproken. Er ontstaat een angstreactie die ons intellect overspoelt. Alle reden dus om juist niet te oordelen. Maar een angstreactie maakt tegelijkertijd dat we geneigd zijn snel te oordelen en handelen. Dus Osterhaus en consorten hebben ons in de tang.
- Naast de griep zijn we ook overspoeld door een financiële crisis. Volgens precies hetzelfde mechanisme. De angst sloeg handelaren om het hart toen ze hun beleggingen ongedekt in rook zagen opgaan, en verspreidde zich vanaf de beursvloer via de media naar de angstkwabben van breinen over de hele wereld. De financiële crisis was een gevolg van angst, en niet omgekeerd. Er kwam geen golf van armoede aan. We veroorzaakten een lichte rimpeling in onze welvaartsstaat door overmand door angst te snel en daardoor verkeerd te oordelen.
- Een derde voorbeeld is het zogenaamde ietsisme. Ietsisme ontstaat door de angst dat na de dood van God het leven zinloos wordt. Angststress overspoelt ons brein zodra de leegte van de hemel op ons neerdaalt. De vaderlijke bescherming valt weg, en de verlatingsangst maakt zich van ons meester. Er moet toch wel iets zijn, anders… ? Kluun is de verpersoonlijking van deze angst. Hij is niet alleen bang voor een lege hemel, maar ook voor atheïsten die verkondigen dat de hemel leeg is. Het boekje God is gek, met als ondertitel De dictatuur van het atheïsme, wordt zo een klassiek geval van de boodschapper doden omdat de boodschap je niet bevalt. Als een waanzinnige plakt Kluun citaten aan elkaar, om maar te laten zien dat hij in ieder geval niet gek is, en dat er toch heel veel mensen zijn die in iets geloven. Maar waarom die panische graai reactie, als een gestreste chimpansee die steun zoekt bij zoveel mogelijk groepsgenoten? Waarom geen doorlopend betoog om te betogen dat…? Ja, om wat te betogen, eigenlijk? Dat honderd keer een hoop op iets het atheïsme weerlegt?
Het grootste verschil tussen opiniemakers en intellectuelen is een verschil in angst, en daarmee een verschil in snelheid. Intellectuelen reageren slechts snel als het onderwerp hen geen angst meer inboezemt. Buiten de gebieden waarin ze zich hebben verdiept, reageren ze traag en terughoudend. Opiniemakers daarentegen houden van een snelle reactie. Wat nu gebeurt, moet binnen een uur met een quote op televisie. Al voor die tijd twittert, smest, blogt en belt iedereen er over, angsthaas Albert Verlinde voorop.
Dit is een pleidooi voor het langzame denken, slow thought, met name in het publieke domein. Kunt u uw eigen standpunt en dat van uw tegenstander onderbouwen (dat is meer dan onderstrepen) met een mooi vertoog van anderhalf A4tje? Ja, dan hebt u recht van spreken. Zo nee, dan geldt het aloude filosofisch adagium dat het beter is te zwijgen als men ergens niet over kan spreken.


God is gek actieboekje
God is gek actieboekje
Kluun

zaterdag 12 december 2009

De plicht om te beledigen


Ja, het was hard nodig wat Theo Maassen deed. En, nee, hij had het niet chiquer of subtieler moeten doen. Maassen deed waar hij goed in is, op de manier waar hij in uitblinkt. Hij leverde messcherpe kritiek op Playboy, Paay, plastische chirurgie én de VARA. Hij deed dat door de regels van het fatsoen te tarten, en waar nodig te overtreden. Het leverde een van de meest diepzinnige televisiemomenten op van het afgelopen jaar. Jammer genoeg dachten publiek en commentatoren er geheel anders over. Het publiek trachtte Paay de hemel in te klappen. Paul de Leeuw twitterde respect voor Paay. En de meeste commentatoren zagen hun kans schoon om Maassen een draai om de oren te geven. Publiek, Paul en commentatoren zaten er dus naast. Femke Halsema twitterde dat ze geen standpunt in wilde nemen. Ze zat er ook naast, want dat had ze wel moeten doen. Ze had moeten twitteren dat Maassen linkse opvattingen over fatsoen, schoonheid, het korset en sluikreclame op weergaloze wijze voor het voetlicht had gebracht.


Maassen begon vrij voorzichtig. Hij noemde Paay een “zielige aandachtsjunk” omdat ze bij Jenssen over haar ex-man, Adam Curry, had gezegd dat hij heimelijk een voorkeur had voor “chicks with dicks” (dat zijn fors geschapen mannen die als een beeldschone vrouw ogen). “Zoiets zeg je toch niet,” zei Maassen. En hij had gelijk. Waar haal je het onfatsoen vandaan om zoiets op TV zeggen, terwijl je een dochter van 19 hebt waarvan Adam de vader blijft? Natuurlijk, je mág het wel zeggen. Maar toch, ietsje intelligenter en een beetje beschaafder, en je laat dergelijk geblaat achterwege. Zielige aandachtsjunk is nog zacht uitgedrukt. “Ik heb graag dat mensen over me praten,” verzuchtte Paay.


Dokter Schoemacher vertelde deze week aan het weekblad Story over Paays afkeer van onvolkomenheden: "Naast een borstvergroting- en verkleining, MACS lift (milde facelift), botox-behandelingen, bovenooglidcorrectie, lipopvulling en opvulling van de lijntjes rondom de mond kreeg zij ook witte kronen over de tanden, een kincorrectie ('die was iets te puntig') én een liposuctie van billen en bovenbenen."
Boeddhistische geschriften brengen de afkeer van onvolkomenheden in verband met het onvermogen te accepteren dat het leven nu eenmaal frustrerend is.* Maassen zei: “Iedereen wordt ouder, iedereen wordt lelijker en je verlept allemaal een beetje. En de kunst van het ouder worden is toch vooral dat je dat op een of andere manier accepteert en dat je wijzer wordt. Dat je een wijzer iemand wordt en dat je veel meer energie en tijd steekt in je binnenwereld in je gedachtewereld, dan in je buitenkant.” Had Maassen het eleganter kunnen verwoorden?
Als emancipatie begint bij het afwerpen van het korset, dan moet in de 21ste eeuw het verzet tegen plastische chirurgie centraal staan. Met deze laatste zin vat ik samen wat Sunny Bergman laat zien in haar documentaire Beperkt Houdbaar, en wat wordt verwoord in het manifest Sex moet weer haute couture worden:
“Benen zonder cellulitis, zonder zichtbare adertjes, pronte borsten, ronde maar toch strakke billen, zwoele lippen en een Playboypoes: vrouwen die er zo uitzien representeren niet de werkelijkheid en dus moeten we er niet massaal op willen lijken. Het is een schoonheidsideaal waaraan de gemiddelde vrouw simpelweg niet voldoet en het is een ongelukkig makende illusie. Helaas voelen veel meisjes, maar ook veel volwassen vrouwen, de druk om hun echte lichaam aan te passen aan onechte, gephotoshopte beelden. Wereldwijd durft maar twee procent van de vrouwen zichzelf mooi te noemen, blijkt uit onderzoek. Een bedroevend laag cijfer dat bewijst dat dit een existentieel probleem is voor vrouwen.”
Maassen tegen Paay: “Ik vind het zo’n slecht voorbeeld. Nu zijn er weer vrouwen van zestig die denken dat ze ook allemaal operaties moeten laten doen.”
Paay: “Wie zegt dat ik operaties heb gehad?”
Haar eigenste plastieker, Schoemacher, zegt dat, zoals u kon lezen.
Van Nieuwkerk tegen Paay: “Theo zegt iets wat natuurlijk ook veel mensen denken.”
Paay: “Nee, ik heb dit nog niet gehoord. ’t Is de eerste keer.”
Maassen: “Ja, omdat je met niemand praat.”
En omdat ze niet leest, geen documentaires kijkt, niemand verzoekt haar kritisch tegen het licht te houden, en maar één ding wil, bewonderende blikken. Zei Maassen al niet “zielige aandachtsjunk”?


Wellicht mogen we van de Playboy geen kritische houding verwachten, en van Paay al helemaal niet. Maar dan blijft nog de vraag waarom nota bene de VARA de Playboy alle ruimte geeft om prime time reclame te maken voor een verbouwde en gephotoshopte Paay. Als dit al mag van de reclamecodecommissie, is er dan bij deze publieke omroep niemand die zegt: “Het maakt niet uit hoeveel ze ons betalen, maar dit past niet bij de maatschappelijke rol die we altijd hebben verkozen”? Wat ik van Maassen in De Wereld Draait Door nog het meest bewonderde was zijn niet aflatende onwil om als reclamezuil te worden gebruikt. Keer op keer vroegen Van Nieuwkerk en Paay hem om positieve reacties op de foto’s. Maar Maassen weigerde mee te werken. Na tien minuten duw en trekwerk ten einde Maassen in het gareel te krijgen zei Van Nieuwkerk:
“Theo, de vraag van Patricia…”
Paay: “En wat vind je ervan? Kan ‘t?”
Maassen: “Een vriend van mij is necrofiel, en … eh … ik denk dat die het wel zal kunnen waarderen.”
Beledigend? Excuses? Kom nou! Dit was een terechte en halsstarrige weigering om misbruikt te worden voor reclame voor een fout doel.

Maassen is de meest filosofische cabaretier van het moment, maatschappelijk zeer betrokken, wars van conventies, die het jammer vindt dat Nelleke Noordervliet minder goed verkoopt dan de Playboy. Natuurlijk had Femke Halsema hier een mening over moeten hebben, net zoals iedere weldenkende Nederlander.


* Zie:

De architectuur van het geluk