woensdag 10 februari 2010

Helen de Hoop

Sinds gisteravond ben ik fan van professor Helen de Hoop, theoretisch taalkundige aan de universiteit van Nijmegen. Haar optreden in De Wereld Draait Door was weergaloos. Ze zuchtte en kreunde om de domheid van minister Plasterk.


De aanleiding was een column van de minister in NRC•Next, met als titel: Mooi of lelijk maakt niet uit, als taal maar correct is; Minder verandering van de taal is juist beter.
Ik ben geen taalkundige zoals De Hoop. Ik ben hoogstens taalfilosoof. Maar ik kreeg net als De Hoop al kromme tenen bij het lezen van de frase “als taal maar correct is.” Sinds de jaren zestig van de twintigste eeuw weten we namelijk dat er geen criterium is te geven voor correcte taal. Althans, niet in het geval van een natuurlijke taal, zoals Nederlands, Engels of Spaans. In formeel logische of programmeertalen spelen criteria voor grammaticale correctheid wel een zeer belangrijke rol. Maar voor natuurlijke talen bestaan dergelijke criteria niet. Filosofen hanteren daarom voor natuurlijke talen veel lossere criteria zoals:

Zolang de communicatie gladjes verloopt is het taalgebruik in orde
(W.V.O. Quine)
of
Zolang interpretaties mogelijk zijn die tot niet al te veel onzin leiden is het taalgebruik in orde
(D. Davidson).

Taal is een werktuig waarmee wij leven en communicatie vormgeven. Taal is daarom eerder te vergelijken met een hamer of een schroevendraaier, dan met logica of programmeertalen. Stelt u zich, met taal als tool in uw achterhoofd, eens voor dat er een groep mensen is die een nieuwe schroevendraaier ontwikkelt. Die schroevendraaier kan schroeven losdraaien die normaliter slechts kunnen worden uitgeboord. De schroevendraaier wint snel aan populariteit. Mensen gooien hun oude schroevendraaiers weg, en stappen over op het nieuwe model.


Maar dan komt er een minister, met een tamelijk groot ego, prime time op tv en deze minister stelt:
Ho ho, let even op het gezag. De Nederlandse tools worden beheerd door de Nederlandse Toolunie, waarvan ondergetekende voorzitter is. Die Unie bepaalt wat correcte Nederlandse schroevendraaiers zijn. En dit is geen correcte schroevendraaier.
Als zo’n minister naast je zit, kun je toch slechts zuchten en kreunen? Wat een flapdrol. Waar haalt hij de hoogmoed vandaan?! We kunnen afspraken maken over de kleuraanduidingen die we op schroevendraaiers zetten, zodat werktuigen snel worden herkend. Natuurlijk. Daar mag de minister ook best het laatste woord in hebben. Maar de minister kan toch niet bepalen wat goede werktuigen zijn, en wat niet? Zoiets blijkt uit de praktijk, en daarover vallen nu eenmaal geen afspraken te maken.
Helen de Hoop trachtte het minister Plasterk duidelijk te maken. Maar het drong niet tot hem door. Terwijl de boodschap toch zelfs voor een bèta alfamannetje te begrijpen moet zijn. Over spelling kunnen we afspraken maken, over taalgebruik niet. Spelling kan goed of fout zijn. Taalgebruik niet. Als een nieuwe taalconstructie werkt, als de communicatie gladjes verloopt, dan kan zelfs een minister niet zeggen dat het fout is. De Nederlandse Taalunie bepaalt hoe we moeten spellen, niet hoe we met taal mogen spelen. Maar Plasterk schrijft:
Gisteren schreef de neerlandicus Julius Althuisius in nrc•next: “Er is geen gezag in de taal. Taal ontwikkelt zich.” Dat tweede is wel waar, het eerste niet. Er is wél gezag. De Nederlandse Taal wordt beheerd door de Nederlandse Taalunie, waarvan ondergetekende voorzitter is. Die Unie bepaalt wat correct Nederlands is.
Nee, minister Plasterk, u mag bepalen wat correct gespeld is en wat niet, maar u kunt onmogelijk bepalen wat correct Nederlands is. Een slordige 21 miljoen mensen spreekt Nederlands. Voor deze mensen is taal het aller voornaamste dagelijkse werktuig. Deze mensen bepalen dus welke taalconstructies werken, en niet hun van de Taalunie.


De Hoop viel Plasterk voortdurend hoofdschuddend in de rede. Ze werd wanhopig van alle onzin die de minister uitkraamde. Maar het mocht niet baten. De minister snapte niets van de nieuwe schroevendraaier. En wat de Hoogste Minister niet begrijpt, mag door het volk niet worden gebruikt. Precies zoals in dictatoriaal China.

8 opmerkingen:

joan zei

Het kan iets genuanceerder liggen, misschien?

Nog steeds is de volgende tekst op een bord bij de pont niet correct:

"Hier zet men thee en over"

Toch begrijpt volgens mij iedereen wat er mee bedoeld wordt.

Als docent Nederlands moet ik op het eindexamen niet alleen spelfouten maar ook grammaticale fouten aanstrepen.
De Nederlandse grammatica ligt vast tot een grote meerderheid van de Nederlanders lange tijd dezelfde fout maakt. Dan zal een descriptieve taalkundige de grammatica aanpassen, een normatieve taalkundige zal nog lang tegenspartelen.

Ronald Hünneman zei

Beste Joan,

Waarom is het niet correct? Wat bedoel je met niet correct? Niet helemaal volgens de regels van de grammatica? Maakt dat een taaluiting niet correct? Wel als je een proefwerk Nederlands nakijkt, maar niet het om communicatie gaat. Bij communicatie mag je zelfs de voorkeur geven aan begrijpelijk boven correct.

Hier is men tegen kilometerheffing en -draads.

Groet,
Ronald.

Willem Bijker zei

Mijn ergernis over het optreden van Plasterk was ook groot. Wat een arrogantie.

Zijn opmerking dat hij nog zonder problemen Shakespeare kon lezen is zeker onjuist. Veel van de woorden die Shakespeare gebruikte ( en trouwens ook zelf bedacht!)hebben een totaal andere betekenis gekregen. En natuurlijk zijn nog veel meer woorden van betekenis veranderd. In 1970 kon je nog rustig "I am gay" zeggen om aan te even dat je een goed humeur had.

Het fascinerende van taal is dat hij door mensen gebruikt en gevormd wordt.Hij hoort bij mensen en hun omstandigheden. Binnen Engeland zijn er wel 12 dialecten.
En dat kun je horen ook. Ook in de journaals van de toch deftige BBC.
Je hoort nieuwslezers met een zware Schotse rrr, mensen uit Wales, the Midlands.
Blijkbaar vinden ze dat het mag. Het geeft ook 'warmte'aan het geheel.
Wij zijn daar veel strakker in. Onze nieuwslezers spreken Algemeen Beschaafd Hilversums. Waarschijnlijk met instemming van Plasterk.

Het is bizar dat mensen denken dat ze de taal vast kunnen leggen. Godzijdank kan dat niet. Het vreemde is dat je bij het lezen van een tekst uit 1890 toch onmiddellijk ziet hoezeer de taal sindsdien veranderd is! Waarom zou die verandering stoppen?

En de verandering gaat door. Let er maar eens op hoeveel mensen in de spreektaal het woord 'wat' als betrekkelijk voornaamwoord gebruiken: Het nadeel wat ik zie...
Werkelijk iedereen doet het, van hoog tot laag. Misschien moeten we Plasterk waarschuwen.

Taal blijft dynamisch, alleen hun hebben dat niet door!

Willem

joan zei

Heren, heren toch,

Enige welwillendheid ten aanzien van onze minister van onderwijs zou jullie sieren. Jullie gaan helemaal op "ad hominem" en dan denken jullie ook nog dat iedereen in jullie taalomgeving zit. Dat is ook zelfingenomen, hoor!
In het algemeen is een taaluiting correct als:
1. de inhoud begrijpelijk is
2. er geen grammaticale fouten zijn gemaakt
3. de spelling klopt

We kunnen nu nog boeken uit 1800 lezen omdat de grammatica grotendeels dezelfde is gebleven.
En dat is prettig, want "oude" boeken zijn ook heel waardevol.

Ronald Hünneman zei

Beste Joan,

Wat je zegt is niet waar. Met enige regelmaat verschijnen er "oude" boeken die in moderne versies van dezelfde taal zijn omgezet. Ik vraag me ook echt af wie jouw drie regels voor correct taalgebruik heeft verordonneerd. Want, ja je kunt twisten over correct taalgebruik. Maar, nee geen enkele instantie heeft hierin het laatste woord. Ieder gedicht, ieder refrein van een populair liedje, iedere voetballer kan taal omvormen. Het is heerlijk dat we oude vormen van het Nederlands niet meer kunnen lezen. Taal is als werktuig verbonden aan cultuur en tijdsgewricht. Vlaams, Zuid-Afrikaans en ABN, is de een correcter dan de ander? Taalpuristen zijn als creationisten die denken dat diersoorten nooit veranderen. Zijn een Deense dog en een Pekinees incorrecte wolven?
En taal zal onder druk van wereldwijde communicatie alleen maar sneller veranderen. Prachtig!

joan zei

Vooruit dan maar...
Het is een paradox. Natuurlijk ligt taal niet vast. Er verdwijnen bijvoorbeeld af en toe talen.
Wel hebben we afspraken met betrekking tot de vorm waarin we taal gieten. Die afspraken gelden tot een meerderheid van de taalgebruikers vindt dat het moet veranderen. Dan worden de afspraken aangepast.
Althans zo zou het moeten zijn, vind ik. Wat de spellingsvernieuwers (?) verzinnen, daar wordt niemand gelukkig van. Maar dat is niet zo erg, de spelling wordt door de computer wel in de gewenste vorm gegoten. Tenzij het over grammatica gaat: hij wendt de steven en hij went daaraan.

Jan Willem zei

En wat te denken van afwijkingen van de 'taalstandaard' zoals daar zijn 'hij heb, ik gaat, ik ken foeballe, ik irriteer me aan etc.? Dit taalgebruik correleert nogal met een laag opleidingsniveau (Ik zeg dus niet valt samen met), maar meer nog met sociale klasse. Het komt al heel lang voor, maar ik zie het niet in de 'standaard' komen. Valt het onder dialect?

Pieter zei

Ik kan me wel wat voorstellen bij het gebod van de minister. Wat als die nieuwe schroevendraaier in Groningen een 'hamer' wordt genoemd, in Utrecht een 'schroevendraaier' en in Limburg een 'beitel'?
Dat geeft rare gezichten als je als Limburger gereedschap gaat kopen in Groningen.

Er moet een organisatie zijn die vastlegt wat de waarheid over die schroevendraaier is. Dankzij deze organisatie kunnen mensen overal in het taalgebied elkaar begrijpen, omdat ergens de standaard staat vermeld waarop teruggegrepen kan worden.

Ik denk dat Plasterk daar op doelt.