Gisteren organiseerde de Groningse boekhandel Selexyz een avond met de schrijvers Bert Keizer en Coen Simon. De kaarten waren een week van tevoren al uitverkocht. Logisch, want Bert Keizer schrijft over de relatie tussen hersenen en ziel, en Coen Simon maakt ruimte voor diep menselijke ervaringen zonder deze wetenschappelijk te willen verklaren. Hersenen, ziel en mystiek, wat wil een mens nog meer op een lenteavond?
Het antwoord op deze laatste vraag is wat mij betreft eenvoudig. Ik wil graag een filosofisch verrassende inhoud. Keizer had deze avond helemaal niets interessants te vertellen. Simon kwam dicht bij een aantrekkelijk filosofisch standpunt, maar koerste uiteindelijk toch heel hard een andere kant op. De avond eindigde net zo leeg als ie begon.
De titel van het boek van Keizer doet al vermoeden dat we hier niet met een filosoof hebben te maken. Onverklaarbaar bewoond is een woordspeling die de preoccupatie van Keizer pijnlijk scherp weergeeft. De menselijke geest huist kennelijk in de hersenen. Alleen hoe, is onduidelijk. Keizer geeft vage beschrijvingen. De geest huist in de hersenen zoals de stemming in een feest of een gouden medaille in de benen van Sven Kramer (voordat hij de binnenbocht ingaat). “Anatomisch is de ziel niet in ons lichaam aanwezig. Maar hij zit er, onmiskenbaar. Neurochirurgen snijden in de ziel. Anatomische veranderingen die een neurochirurg met zijn ingreep teweeg brengt, hebben altijd gevolgen voor de ziel.”
Bijna trots verklaarde Keizer dat hij het platoonse wereldbeeld van zijn opvoeding heeft verlaten. “Er bestaat geen ziel naast het lichaam. De ziel zit in de hersenen.” En daar zit ‘m nu net de kneep. Keizer heeft het wereldbeeld van zijn jeugd niet verlaten. Nog steeds denkt hij namelijk dat de menselijke ziel iets is dat ergens moet zitten. Reïficatie, “verdinglijken,” noemen filosofen dit. De geest tot een ding maken dat gelokaliseerd kan worden. Natuurlijk, snijden in de hersenen heeft gevolgen voor onze ziel. Maar volgt daaruit dat de ziel in onze hersenen zit? Heeft snijden in het lichaam niet net zo hard gevolgen voor de ziel? En, wat zijn de gevolgen van een doorgesneden liefdesband? Kunt u kiezen tussen het verlies van uw spraakvermogen of de dood van uw kind? Wat brengt meer schade teweeg in uw ziel?
Dieptepunt bij Keizer was zijn uitspraak dat je geen pijn in je hersenen voelt omdat er geen hersenen zijn waar ze de pijnsignalen naar toe kunnen zenden. Alsof onze hersenen een wezentje (een homunculus platonii) vormen, dat bij binnenkomst van informatie uit de pijnbaan roept: “Auw!” Nee, Bert Keizer, snijden in de hersenen doet geen pijn, domweg omdat er in de hersenen geen pijnreceptoren zitten. Die zitten wel in je vinger, en daarom heb je daar wel pijn en in je hersenen niet. Hersenen spelen uiteraard wel een rol bij pijn, maar niet de rol van een toneel waarop zich een pijnlijk tafereel afspeelt.
Een vragenstelster aan het eind van de avond vroeg zich af hoe haar kleinkind van drie kon weten dat een man op een foto in een ongeluk was omgekomen, terwijl de kleine deze man absoluut niet kende. Keizer keek naar Simon. Simon keek meewarig glimlachend terug. Simon stamelde daarop iets onaardigs, maar herpakte zichzelf: “Op het moment dat u zoiets wetenschappelijk probeert te verklaren verdwijnen de schoonheid en betekenis van die ervaring.” Als Simon daar was opgehouden had hij een respectabel standpunt gehad. Sommige ervaringen vragen om een wetenschappelijke verklaring, andere ervaringen spelen een rol in ons leven zonder dat we ons zorgen maken om waarheid of wetenschappelijkheid.
Maar Simon wilde meer. Hij wilde mystieke ervaringen van een kentheoretische basis voorzien, en dus trok hij een brillentheorie uit de kast. “De wereld verschijnt ons in een voorstelling. De wetenschappelijke voorstelling verschijnt als we een wetenschappelijke bril op hebben. Geloof is een andere bril. Het ene moment kijk je door de ene bril, het andere moment door een andere bril.” De bril bepaalt hoe je blik op de werkelijkheid eruit ziet. Wat bedoelt Simon precies met zo’n uitspraak? Ziet hij, net als Keizer, de geest als een toneel waar voorstellingen op verschijnen, met die verfijning dat het genre van de voorstelling wordt bepaald door een regisseur achter de schermen? En door welke bril moet ik kijken om mijn bril op de werkelijkheid te zien?
De wereld verschijnt niet in onze geest. De wereld zit buiten ons lichaam en door in die wereld te leven en bewegen kennen wij die wereld. Daardoor weten we dat kinderen van drie soms toevalligerwijs zeer filosofische uitspraken doen. Daardoor weten we dat een ziel geen ding is dat los van ons lichaam kan bestaan. Daardoor weten we dat de levensveranderende kracht van sommige ervaringen door een wetenschappelijke verklaring om zeep kan worden geholpen. Al die kennis ontstaat doordat we in de wereld leven, en de wereld beleven. Door te snijden in de innige band die ons met de wereld verbindt, snijden Keizer en Simon dieper in de ziel dan welke neurochirurg ook. Hun patiënt zal met een lege blik achterblijven.
De aflevering van Boeken hieronder geeft een goed overzicht van de denkbeelden van Bert Keizer: