Peter Senge
De werkelijkheid waarop kennis betrekking heeft moet onveranderlijk zijn, vonden zelfs de eerste Griekse filosofen. Want hoe zou je kennis kunnen hebben van iets dat voortdurend verandert? Als wat je meent te weten, bij de eerste de beste rimpeling van de werkelijkheid niet meer klopt, dan kan het nooit kennis zijn. Dus wil kennis mogelijk zijn, dan moet er een werkelijkheid zijn die niet verandert, de Ware Werkelijkheid, zeg maar.
Die Ware Werkelijkheid kan niet de wereld van de zintuigen zijn. Onze waarnemingen veranderen immers voordurend. Alles stroomt, ontstaat, vergaat, begint en vervormt. Kennis uitsluitend op zintuiglijke waarnemingen funderen is als bouwen op een moeras, als je geluk hebt blijft een hooghartig paleis even staan, maar uiteindelijk wordt het onvermijdelijk opgeslokt door de grillen van de ondergrond. Echte kennis daarentegen berust op de Ware Werkelijkheid die achter de vliedende verschijnselen schuilgaat. Wiskunde, natuurkunde en bètawetenschappen verklaren de veranderlijke verschijnselen door een beroep op een wereld van abstracte vormen, elementaire deeltjes en wetenschappelijke methoden. Deze verankeren de waarheid zonder zelf ooit waargenomen te kunnen worden. Absolute waarheidpretenties gaan zo hand in hand met een verwijzing naar een Ware Werkelijkheid die per definitie onzichtbaar is.
Filosofie is de eeuwenlange worsteling om aan dit uitgangspunt te ontsnappen. De grootste verdienste van de moderne filosofie is dan ook het besef dat kennis, zintuiglijke waarneming en interactie met de wereld onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. In dat proces wordt iedere heiligheid uiteindelijk vermalen en is iedere waarheid niet meer dan een tijdelijk plek in de luwte. Elke nieuwe onderstroom kan oude waarheden voorgoed ten onder laten gaan, hoe dierbaar de rust ook was. Het is daarom niet verwonderlijk dat ieder tijdsgewricht antifilosofische pogingen doet dit tij te keren. Iedere cultuur kent tradities, instituten, boeken en heiligen die een bovenmenselijke eeuwigheidswaarde krijgen toegeschreven.
Het grote gevaar voor het begrip duurzaamheid is dat het een plaats krijgt binnen een dergelijke Ware Werkelijkheidstraditie. Dat zou de onmiddellijke filosofische dood van het begrip betekenen. Duurzaamheid zou met de Ideeënwereld van Plato op de schroothoop van het westerse denken belanden. Dit gevaar is zo groot omdat de term duurzaamheid al lijkt te impliceren dat het tijdelijke wordt overstegen. Wat duurzaam is, is per definitie niet tijdelijk. Daardoor is duurzaamheid automatisch verbonden met gevoelens van diep ontzag en heiligheid. Daardoor dreigt duurzaamheid te verkerkelijken, te verworden tot Waarzaamheid, een instituut met een officiële leer uitgedragen door groene priesters en globale kardinalen. Om die al te wisse dood te voorkomen wil ik nu al plechtig verklaren dat voor echte duurzaamheid hetzelfde geldt als voor echte waarheid. Echte duurzaamheid bestaat niet.
It is about how we live together.
Peter Senge
Maar zoals het einde van absolute waarheid niet het einde van waarheid betekent, zo betekent het einde van echte duurzaamheid niet het einde van duurzaamheid. Er is in dat opzicht een mooie parallel tussen waar en duurzaam. Dat waarheid mensenwerk is en geen Godsgeschenk, betekent namelijk dat waarheid juist wel bestaat. Waarheid bestaat daar waar mensen het met elkaar eens zijn, samen bouwen en wonen, samen een gemeenschap vormgeven en ideeën uitwisselen. Met andere woorden, waarheid bestaat net zo hard als de Martinitoren, de Erasmusbrug en het Binnenhof. Er is geen verschil tussen terroristen die de Martinitoren opblazen en terroristen die onze waarheden ondermijnen. Afschaffing van de slavernij, vrouwenkiesrecht, leerplicht, democratie en scheiding van kerk en staat hebben dezelfde hardheid als de Domtoren.
People have to be passionate.
Peter Senge
Op dezelfde wijze is duurzaamheid verbonden met mensengemeenschappen. Menselijk handelen, en alleen menselijk handelen maakt zaken duurzaam. In de loop van de geschiedenis van de aarde hebben natuurrampen en de strijd om het bestaan 99,99% van de soorten uitgeroeid. Voor het eerst is er nu een soort die zaken in stand wil houden.
Duurzaamheid is door mensengemeenschappen omschreven dierbaarheid met daar op afgestemde ideeën en handelingen. Wij hebben geen heilige plicht tegenover Moeder Aarde, en om dezelfde reden geen heilige plicht tegenover welke andere soort ook. Wat we wel hebben zijn sentimenten en ideeën. En die sentimenten en ideeën vormen de enige basis voor onze zorg voor de ons omringende wereld. Duurzaamheid is inderdaad gebouwd op een moeras. Maar ja, ook de mij meest dierbare stad is niet meer dan een wankel geval op palen.