De afgelopen week heeft mijn oudste zoon stage gelopen bij de lekkerste bakker van Zuidlaren, Hovius. Op zijn laatste stagedag heeft hij een prachtige taart gemaakt om mee naar huis te nemen. Vanmiddag heb ik mijn stuk genomen, en op een mooi bord gezet. Ik had een pot van mijn favoriete thee gezet, Tarry Melange van Simon Levelt, en er een hete kop van in mijn favoriete mok geschonken. Het was heerlijk warm weer, de zon scheen zacht glanzend mijn huid. Op de akker achter mijn huis was het eerste groen op de zwarte omgeploegde en ingezaaide aarde verschenen. Ik zette de taart en de thee op tafel en klapte de tuinstoel uit in de zon, zodat ik uitkeek over de landerijen. Daarna ging ik zitten met Oliver Twist in mijn hand. Twee uur lang heb ik daar gezeten. Afwisselend genietend van Dickens, taart, thee, zon en uitzicht. Die genietingen en de gedachten die daarbij hoorden liepen door elkaar, en op een onvoorspelbare wijze in elkaar over…
Zal ik ooit deze zelfde ervaring opnieuw kunnen krijgen? En dan niet een ervaring die er op lijkt, maar precies deze ene ervaring, zoals ik die vanochtend voelde.
“Hoe snel zal het B-woord gaan vallen?” vroeg ik mij na de lezing van Peter Hagoort in De Balie af (zie dit blog op 23 en 25 april). Voor mijn Angelsaksische filosofiezusters en –broeders is het natuurlijk het C-woord. Al bij de tweede vraag was het raak: “Wat vertellen die scans nu over het bewustzijn?” en daarna een uitweiding over Zenmeesters die hun hersenactiviteit met meditatie wisten te veranderen. Hagoort reageerde bijna laconiek: “Als je tijdens meditatie in een andere bewustzijnstoestand komt, dan is dat op een scan te zien.”
Twintig jaar geleden was het menselijk bewustzijn nog taboe. Natuurlijk mocht wel worden gezegd dat wij een bewustzijn hebben, en dat het bewustzijn bijzonder is. En er mocht vooral worden gezegd dat het bewustzijn aan iedere vorm wetenschappelijke bestudering ontsnapt. Want hoe kan de mens zijn bewustzijn bestuderen zonder er afstand van te nemen, en dus een nieuwe vorm van bewustzijn te creëren? En meer van dergelijke paradoxale raadsels. Maar inmiddels is het dan toch zover. Schoorvoetend, Daniel Dennetts Consciousness Explained was wat prematuur, begeven enkele filosofen en neurobiologen zich op het onderzoekspad in de richting van bewustzijn.
Eerlijk gezegd bevindt een deugdelijke theorie over bewustzijn zich nog ver achter de horizon, en weten we niet eens in welke richting we het moeten zoeken. Het favoriete werkterrein voor filosofen, zeg maar. Op een dergelijk terrein valt er niet veel meer te doen dan zo goed en ver mogelijk in een richting te kijken om te zien of we het daar eventueel zouden kunnen gaan zoeken. Is bewustzijn een talig verschijnsel, of visueel, of een mengvorm? Wat is het verschil tussen ‘awareness’ en ‘consciousness’? Wat heeft bewustzijn met qualia te maken? En wat is de relatie met het eerste persoonsperspectief? Welke hersengebieden zijn betrokken bij bewustzijn? Heeft het bewustzijn een plek? En, de vraag waar ik nu iets over ga zeggen, waar bevinden de bij het bewustzijn betrokken processen zich?
Laten we eens aannemen dat het bewustzijnsproces zich ergens in de hersenen bevindt, dat er hersengebieden zijn die als de neuronen daarin gaan vuren zorgen voor bepaalde bewustzijnservaringen. Hoe die neuronale activiteit tot stand komt doet er nu niet toe. Zodra die hersengebieden zijn geactiveerd, manifesteert het bewustzijn zich op bijbehorende wijze.
Als dat zo is, kan ik mijn ervaring van vanochtend herleven! Niet letterlijk, dat wil zeggen niet met alle uiterlijke omstandigheden, maar in ieder geval de bewuste ervaring die ik erbij had. En daar gaat het toch om? Als mijn hersenen maar weer in de stand gezet kunnen worden van vanochtend. En dat zou prettig zijn, want vanochtend voelde prettig. Een zoon die voor het eerst stage heeft gelopen, zijn trotse blik bij de taart in mijn gedachten, de taart op het mooie bord, de smaak van Tarry Melange, voor het eerst Oliver Twist en de eerste echt warme dag van het jaar. Zou dat kunnen? Als de bewuste ervaring een gevolg is van activiteit in mijn hersenen, en van niets meer dan dat, dan wel. Het enige wat ik dan hoef te doen is een bekwaam neuroloog vinden die met elektrodes, magnetische velden, of weet ik veel wat, mijn brein weer in die toestand brengt. Dat valt niet mee uiteraard, maar het idee dat het in principe kan is opwindend.
Maar klopt deze gedachte wel? Bevinden alle voor mijn bewustzijn relevante processen zich in mijn hoofd, in mijn brein? Is de aanwezigheid van de externe, fysieke omstandigheden waarin ik mij vanochtend bevond, het liefst compleet met de geschiedenis van die omstandigheden erbij, niet noodzakelijk voor het herbeleven van die ervaring? Kan ik ooit het bewustzijn van dat moment terugkrijgen zonder die omstandigheden? Als brein in een vat, de binnenkomende zenuwbanen aangesloten op een reusachtige computer waarop een stageloop-Tarry-Dickens-zon-etcetera-simulatieprogramma draait?
Zal ik ooit deze zelfde ervaring opnieuw kunnen krijgen? En dan niet een ervaring die er op lijkt, maar precies deze ene ervaring, zoals ik die vanochtend voelde.
“Hoe snel zal het B-woord gaan vallen?” vroeg ik mij na de lezing van Peter Hagoort in De Balie af (zie dit blog op 23 en 25 april). Voor mijn Angelsaksische filosofiezusters en –broeders is het natuurlijk het C-woord. Al bij de tweede vraag was het raak: “Wat vertellen die scans nu over het bewustzijn?” en daarna een uitweiding over Zenmeesters die hun hersenactiviteit met meditatie wisten te veranderen. Hagoort reageerde bijna laconiek: “Als je tijdens meditatie in een andere bewustzijnstoestand komt, dan is dat op een scan te zien.”
Twintig jaar geleden was het menselijk bewustzijn nog taboe. Natuurlijk mocht wel worden gezegd dat wij een bewustzijn hebben, en dat het bewustzijn bijzonder is. En er mocht vooral worden gezegd dat het bewustzijn aan iedere vorm wetenschappelijke bestudering ontsnapt. Want hoe kan de mens zijn bewustzijn bestuderen zonder er afstand van te nemen, en dus een nieuwe vorm van bewustzijn te creëren? En meer van dergelijke paradoxale raadsels. Maar inmiddels is het dan toch zover. Schoorvoetend, Daniel Dennetts Consciousness Explained was wat prematuur, begeven enkele filosofen en neurobiologen zich op het onderzoekspad in de richting van bewustzijn.
Eerlijk gezegd bevindt een deugdelijke theorie over bewustzijn zich nog ver achter de horizon, en weten we niet eens in welke richting we het moeten zoeken. Het favoriete werkterrein voor filosofen, zeg maar. Op een dergelijk terrein valt er niet veel meer te doen dan zo goed en ver mogelijk in een richting te kijken om te zien of we het daar eventueel zouden kunnen gaan zoeken. Is bewustzijn een talig verschijnsel, of visueel, of een mengvorm? Wat is het verschil tussen ‘awareness’ en ‘consciousness’? Wat heeft bewustzijn met qualia te maken? En wat is de relatie met het eerste persoonsperspectief? Welke hersengebieden zijn betrokken bij bewustzijn? Heeft het bewustzijn een plek? En, de vraag waar ik nu iets over ga zeggen, waar bevinden de bij het bewustzijn betrokken processen zich?
Laten we eens aannemen dat het bewustzijnsproces zich ergens in de hersenen bevindt, dat er hersengebieden zijn die als de neuronen daarin gaan vuren zorgen voor bepaalde bewustzijnservaringen. Hoe die neuronale activiteit tot stand komt doet er nu niet toe. Zodra die hersengebieden zijn geactiveerd, manifesteert het bewustzijn zich op bijbehorende wijze.
Als dat zo is, kan ik mijn ervaring van vanochtend herleven! Niet letterlijk, dat wil zeggen niet met alle uiterlijke omstandigheden, maar in ieder geval de bewuste ervaring die ik erbij had. En daar gaat het toch om? Als mijn hersenen maar weer in de stand gezet kunnen worden van vanochtend. En dat zou prettig zijn, want vanochtend voelde prettig. Een zoon die voor het eerst stage heeft gelopen, zijn trotse blik bij de taart in mijn gedachten, de taart op het mooie bord, de smaak van Tarry Melange, voor het eerst Oliver Twist en de eerste echt warme dag van het jaar. Zou dat kunnen? Als de bewuste ervaring een gevolg is van activiteit in mijn hersenen, en van niets meer dan dat, dan wel. Het enige wat ik dan hoef te doen is een bekwaam neuroloog vinden die met elektrodes, magnetische velden, of weet ik veel wat, mijn brein weer in die toestand brengt. Dat valt niet mee uiteraard, maar het idee dat het in principe kan is opwindend.
Maar klopt deze gedachte wel? Bevinden alle voor mijn bewustzijn relevante processen zich in mijn hoofd, in mijn brein? Is de aanwezigheid van de externe, fysieke omstandigheden waarin ik mij vanochtend bevond, het liefst compleet met de geschiedenis van die omstandigheden erbij, niet noodzakelijk voor het herbeleven van die ervaring? Kan ik ooit het bewustzijn van dat moment terugkrijgen zonder die omstandigheden? Als brein in een vat, de binnenkomende zenuwbanen aangesloten op een reusachtige computer waarop een stageloop-Tarry-Dickens-zon-etcetera-simulatieprogramma draait?
2 opmerkingen:
Allereerst: APPLAUS voor je zoon en zijn mooie taart! Ziet er zalig uit. Mmm... ik ben gek op taartjes van de 'echte' bakker en zijn stagiaires. En die thee? Waar haal je die? Bij een 'echte' theezaak? Of bij de 'echte' supermarkt?
Ik denk... dus ik besta... dat het een achterwaarts proces is om hersenen in standen terug te zetten van verrukkelijk weleer. Verleden in het NU of in de toekomst te herleven breekt mogelijk op in het nooit rustende atoom dat niet verzot is op 'oude' plaatjes.
Het zoekt naar nieuwe, nooit eerder ervaren geneugten om, samen met de bewoner, het veld der verrukkingen te ontginnen in het altijddurende NU.
De kunst van echt genieten is er helemaal in te gaan staan, je erin te verliezen. Waarom zou je het overdoen als je het 'binnen' hebt?
Het geheugen draagt er wel zorg voor en slaat het zorgvuldig op om het tevoorschijn te brengen als de bewoner erom vraagt.
Het samenspel van interne/externe omstandigheid vormt nou precies die beleving op dat moment dat toen NU was. Vergeet daarbij ook de geuren niet! (Boek, taart, thee en de zongeurende natuur). De streling van de wind en de geluiden van ruisende bomen, een kerkklok in de verte en vogels die elkaar het hof maken.
Zoveel factoren spelen een rol om gevoel van totale perfectie in je op te nemen.
En dan mag je jezelf als uitverkorene beschouwen met zoveel verzameld bewustzijn van zaligheid.
Bij mij gaat dit meestal gauw mis. Dan is alles aanwezig, stel: Dickens, taart, thee zon en uitzicht... en dan toch kan ik zoveel geluk niet altijd goed herbergen. Plots is daar die vlieg in de thee, de taart floept van m'n mooie bord, het boek laat zich door zoveel bewustzijn niet concentreren en het uitzicht? Mijn hond die stiekem zijn poot optilt om de zojuist ontsprongen hyacint van andere geur te voorzien.
Pff... soms word ik zo moe van mens-zijn en de nooit aflatende hang naar... volmaaktheid?
Kunnen elektroden daarbij helpen? Dat geluksgevoel vast te houden, te laten herleven?
De vraag is of het ons niet verder van huis brengt. Wat is geluk in de wetenschap dat nog zoveel ongelukkig is. Neem nou dit:
http://www.liveleak.com/view?i=074_1209366385
En dit:
http://www.youtube.com/watch?v=QouWU-wUtul
Het zal de graailustige zakkenvullers en de ongenadige neoliberale geldwolven een zorg zijn: Eigen schuld, dikke bult!
Enfin Ronald, NU Tegenlicht op Ned. 2: Nederlandse filosoof Rob Wijnberg in gesprek met Britse filosoof john Gray.
Je zult vast kijken.
Groet.
Oh, jammer dat de linkjes niet direct aan te klikken zijn. Dan maar even over toetsen. Het is de moeite waard...
Een reactie posten